Vorige

De welzijnswetgeving is nu ook van toepassing op dienstboden en huispersoneel

Dit betekent o.a. dat deze werkgevers zich ook moeten aansluiten bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Daarnaast zijn in de Codex over het Welzijn op het Werk ook specifieke bepalingen opgenomen die tegemoet komen aan de bijzondere situatie van dienstboden en huispersoneel.

Een wet van 15 mei 2014 voorzag reeds in een uitbreiding van het toepassingsgebied van de welzijnswet naar de dienstboden en het huispersoneel, maar deze inwerkingtreding hing af van de publicatie van een Koninklijk Besluit. Met het KB van 7 mei 2023 treedt deze wetgeving nu in werking. Dit wil zeggen dat vanaf 15 mei 2023 deze groep van werknemers eveneens onder de welzijnswetgeving vallen en de werkgever bijkomende verplichtingen heeft t.a.v. deze werknemers.

Dienstboden en huispersoneel

Wat verstaan we onder ‘dienstboden’ en ‘huispersoneel’?

Een dienstbode is een werknemer die in hoofdzaak huishoudelijke handenarbeid verricht in verband met de huishouding van de werkgever of van zijn gezin, en die met deze werkgever zelf een arbeidsovereenkomst voor dienstboden heeft gesloten. Een voorbeeld van een dienstbode is een kok(kin), een werkman of -vrouw voor het privéhuishouden van de werkgever, … 

Huispersoneel zijn werknemers die hoofdarbeid of handenarbeid die geen huishoudelijke arbeid is, uitvoeren binnen of buiten het huis van de werkgever, voor de privé-behoeften van deze werkgever of van zijn gezin en die met deze werkgever zelf een arbeidsovereenkomst hebben gesloten. Het huispersoneel kan bijvoorbeeld de (kinder)oppas, een privéchauffeur, een verpleegster of een tuinier betreffen. 

 

Specifieke bepalingen

Risico-analyse via de OirA-tool dienstboden

De werkgever moet een analyse uitvoeren van de risico's waaraan de dienstboden of het huispersoneel kunnen worden blootgesteld waarna de werkgever de passende preventiemaatregelen neemt. Deze analyse kan worden uitgevoerd via een interactieve tool die ter beschikking wordt gesteld door de FOD WASO via de OiRA website

Informatie over de risico’s en de preventiemaatregelen

Op basis van de bovenstaande risicoanalyse moet de werkgever de dienstboden of het huispersoneel informeren over de risico's en de preventiemaatregelen. 

Deze informatie wordt overgemaakt in een document, vóór het aanvatten van de dienstbetrekking.

Dit document moet minstens de volgende concrete gegevens bevatten:

  • een beschrijving van de aard van de functie of activiteit;
  • een beschrijving van de arbeidsmiddelen, evenals de risico's die eraan zijn verbonden;
  • de aard van de fysische, biologische of chemische agentia waaraan de dienstboden of het huispersoneel kunnen worden blootgesteld;
  • de aard van de mentale of fysieke belasting van het uit te voeren werk;
  • de te nemen preventiemaatregelen op technisch en organisatorisch niveau;
  • de aard van de noodzakelijke werkkledij of PBM;
  • de noodzaak tot het uitvoeren van een passend of specifiek gezondheidstoezicht;
  • de aard van de verplichte inentingen;
  • de onmiddellijk te nemen preventiemaatregelen die verband houden met de moederschapsbescherming;
  • de specifieke preventiemaatregelen bij tewerkstelling van jongeren;
  • de contactgegevens van de preventieadviseur-arbeidsarts en de preventieadviseur psychosociale aspecten.

Op basis van dit document verschaft de werkgever aan de dienstboden en het huispersoneel de vereiste informatie, opleiding en instructies, en zorgt ervoor dat deze voor de betrokken werknemers duidelijk en begrijpelijk zijn.

De werkgever die kan aantonen dat hij beschikt over een risicoanalyse die toelaat de preventiemaatregelen te bepalen, hetzij omdat hij gebruik heeft gemaakt van de tool ter beschikking gesteld door de FOD WASO,  hetzij omdat hij gebruik heeft gemaakt van andere middelen, wordt vrijgesteld van het opstellen van: 

  • een globaal preventieplan
  • een jaarlijks actieplan
  • een jaarverslag betreffende de werking van de interne dienst
Gepast gezondheidstoezicht

Het KB voorziet in een gepast gezondheidstoezicht, rekening houdend met de bijzondere aard van de arbeidsrelatie, namelijk dat het werk wordt verricht voor de privébehoeften van de werkgever of van zijn gezin.

Zo moet de werkgever de volgende gezondheidsbeoordelingen laten uitvoeren:

  • een voorafgaande gezondheidsbeoordeling voor de aanvang van de tewerkstelling;
  • een gezondheidsbeoordeling twaalf maanden na de voorafgaande gezondheidsbeoordeling om de gevoeligheid van de werknemer voor het specifieke risico waaraan hij is blootgesteld na te gaan.

Vervolgens zorgt de werkgever ervoor dat de dienstboden en het huispersoneel elke 3 jaar worden bevraagd via een vragenlijst waarmee mogelijke werkgerelateerde gezondheidsproblemen kunnen worden opgespoord. Als deze vragenlijst gezondheidsproblemen aan het licht brengt, wordt de werknemer onderworpen aan een gepaste gezondheidsbeoordeling.

Specifieke bepalingen over arbeidsplaatsen

Het KB voorziet ook specifieke bepalingen over arbeidsplaatsen. Zo moet de werkgever ervoor zorgen dat deze voldoende verlucht, verlicht en verwarmd worden in functie van hun bestemming.

Hiernaast moet de werkgever ervoor zorgen dat dienstboden en huispersoneel gebruik kunnen maken van sociale voorzieningen, zoals een omkleedruimte, toilet, wastafel, eetplaats en een douche (ingeval de taken bevuilend zijn), en dat er een kast voorhanden is waar de werknemer zijn persoonlijke voorwerpen achter slot en grendel kan bewaren.

De werkgever moet tenslotte ook zorgen voor evacuatiemaatregelen in geval van brand en geeft hierover de nodige instructies.

Overgangsmaatregelen

Werkgevers die al dienstboden en huispersoneel tewerkstellen op 15 mei 2023 hebben een termijn van één jaar om zich in regel te stellen met bovenstaande bepalingen.


Bronnen:

Deel dit artikel