Ontslag gegeven door de werknemer: maximaal 13 weken vanaf 28 oktober 2023
Vanaf 28 oktober zal de opzeggingstermijn van een werknemer die de arbeidsovereenkomst met een opzeggingstermijn wil beëindigen, nooit langer dan 13 weken kunnen duren.
Voor alle duidelijkheid : wanneer het ontslaginitiatief van de werkgever komt, verandert er niets. De wetswijziging die hier verder wordt besproken, geldt immers enkel voor opzeg door de werknemer !
Wat was het eenheidsstatuut en de bijhorende overgangsregeling nu weer ?
De invoering van het eenheidsstatuut was eind 2013 een bijzonder moment. De wetgeving over opzeggingstermijnen werd zeer grondig hervormd. De opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden waren voordien zo verschillend dat het Grondwettelijk Hof er een discriminatie in zag. Het eenheidsstatuut trok die opzeggingstermijnen gelijk. Sindsdien tellen we die termijnen in weken en niet langer in dagen voor arbeiders of in maanden voor bedienden.
Maar zoals wel vaker bij ingrijpende wetswijzigingen het geval is, hoorde hier ook een overgangsregeling bij, die van toepassing is bij de beëindiging van arbeidsovereenkomsten afgesloten voor 1 januari 2014. De overgangsregeling houdt in dat de opzeggingstermijn in twee stappen wordt berekend : een eerste deel van de opzeggingstermijn wordt berekend op basis van de anciënniteit van de werknemer op 31 december 2013 en een tweede deel op basis van de anciënniteit die sinds 1 januari 2014 met toepassing van de nieuwe wetgeving werd opgebouwd. In die overgangsregeling blijft het oude ontslagrecht dus verder leven (inclusief het onderscheid tussen arbeiders en bedienden en het onderscheid tussen bedienden met een jaarloon boven of onder de grens van 32.254 EUR), maar daar wordt nu gedeeltelijk afscheid van genomen.
De overgangsregeling wordt niet langer toegepast bij ontslag door de werknemer.
Zoals eerder aangekondigd (nieuwsbrief 28 april 2023) wordt het “vastklikken” van een deel van de opzeggingstermijn op 31 december 2013 niet langer toegepast bij de berekening van de opzeggingstermijn, wanneer de werknemer de arbeidsovereenkomst opzegt. We passen bij opzegging door de werknemer dus enkel nog de “nieuwe” regels toe, wat concreet betekent dat er voortaan voor alle werknemers een zelfde maximale opzeggingstermijn van 13 weken geldt.
Deze vereenvoudigde wetgeving wordt van toepassing op alle opzeggingstermijnen die betekend worden vanaf 28 oktober. Bij een opzegging die per aangetekend schrijven aan de werkgever wordt gecommuniceerd, geldt dat de opzeggingstermijn betekend wordt op de derde werkdag na verzending. Brieven die aangetekend worden verstuurd op 25 oktober vallen dus al onder de nieuwe regeling. Een werknemer die zijn arbeidsovereenkomst opzegt via de overhandiging van zijn opzeggingsbrief (of via een gerechtsdeurwaarder) kan de nieuwe regel pas voor het eerst toepassen bij overhandiging op 28 oktober.
Bron :
Wet van 20 maart 2023 tot wijziging van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen voor wat de aanpassing van de wettelijke maximale opzeggingstermijnen in het geval van opzegging door de werknemer betreft, BS 28 april 2023.