Vorige

Werkervaringsstage 2.0 in Vlaanderen

De werkervaringsstage is hervormd met ingang van 1 januari 2023. De hervorming beoogt de vereenvoudiging van de stelsels van werkplekleren in Vlaanderen, en houdt de afschaffing in van de activeringsstage en de gespecialiseerde beroepsverkennende stage.

Wat is een werkervaringsstage?

Ter situering: werkplekleren in Vlaanderen

Een werkervaringsstage (WES) is een vorm van werkplekleren in Vlaanderen.

Werkplekleren in Vlaanderen bestaat onder verschillende namen en in verschillende vormen. Voor werkzoekenden of werknemers neemt werkplekleren doorgaans de vorm aan van:

  • een individuele beroepsopleiding (IBO): gericht op werkzoekenden met weinig ervaring;
  • een werkervaringsstage (WES): gericht op werkzoekenden met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt;
  • een beroepsinlevingsstage (BIS): gericht op iedereen die mag werken in België;
  • een stageovereenkomst ondernemerschapstraject: gericht op niet-leerplichtigen die een vak willen leren in de praktijk en de juiste kennis en ervaring willen opdoen om als ondernemer aan de slag te gaan.

Tot 1 januari 2023 bestonden daarnaast ook nog de activeringsstage (voor werkzoekenden bij wie de inschakeling op de arbeidsmarkt wordt verhinderd door een medisch, mentaal, psychisch, psychiatrisch en/of sociaal probleem) en de gespecialiseerde beroepsverkennende stage (een stage met begeleiding door een gespecialiseerde Opleidings-, Begeleidings- en Bemiddelingsdienst (GOB)).

De WES

De WES is een werkervaringsstage voor niet-werkende werkzoekenden die zijn ingeschreven bij de VDAB en die een gebrek hebben aan generieke competenties en werkervaring, maar die voldoende leerpotentieel hebben om de afstand tot het normale of sociale economische circuit te overbruggen.

Bij een WES doorloopt de werkzoekende een stage in een bedrijf, in het kader van een traject naar betaald werk onder begeleiding van de VDAB of een partnerorganisatie. De focus van de WES ligt op het versterken van generieke competenties van de stagiair (zoals werkritme en communicatieve vaardigheden) en het opbouwen van relevante werkervaring.

Als je als werkgever aan een werkzoekende de kans wilt geven om werkervaring op te doen bij jou in het bedrijf, kun je je stage-aanbieding meedelen aan de VDAB. Het is de VDAB of de partnerorganisatie die beslist welke werkzoekenden een WES mogen doen en hoelang die WES zal duren. Een WES houdt niet in dat je als werkgever na afloop verplicht bent om de stagiair aan te werven als werknemer.

Waarom werd de WES hervormd?

Door de verschillende vormen van werkplekleren zagen de betrokken actoren (werkzoekenden, werkgevers, maar ook experten en VDAB-bemiddelaars) soms door de bomen het bos niet meer. Een vereenvoudiging en versoepeling drong zich op.

Deze hervorming houdt in dat de activeringsstage en de gespecialiseerde beroepsverkennende stage zijn geïntegreerd in de WES, en dat verschillende regels rond de WES zijn gewijzigd. Op die manier is één breed kader rond de WES gecreëerd. De bedoeling is om voor werkzoekenden de drempel te verlagen om te starten met werkplekleren, en om aan de VDAB en partnerorganisaties meer ruimte te geven om het werkplekleren in te vullen.

Wat is er nu juist veranderd aan de WES?

De belangrijkste wijzigingen aan de regels rond de WES zijn de volgende:

  • Inkanteling van de activeringsstage en de gespecialiseerde beroepsverkennende stage in de WES
    Sinds 1 januari 2023 kunnen geen nieuwe activeringsstages en gespecialiseerde beroepsverkennende stages meer worden gestart. De betrokken doelgroepen kunnen wel bij de hervormde WES terecht (als aan de toepassingsvoorwaarden is voldaan).
     
  • Geen minimumduur meer per week
    De voorwaarde dat de WES minstens twintig uur stage per week moest omvatten, is geschrapt. Reden: de hervormde WES is nu ook bestemd voor doelgroepen die vroeger onder de activeringsstage vielen en die door een medisch, mentaal, psychisch, psychiatrisch en/of sociaal probleem moeilijker toegang vinden tot de arbeidsmarkt. Voor hen is een minimum van 20 uur stage per week stage niet altijd evident.
     
  • Stageplan in plaats van opleidingsplan
    Vóór 1 januari 2023 gold dat de WES moest worden aangevat met een opleidingsplan.
    Sinds 1 januari 2023 is het opleidingsplan vervangen door een stageplan, dat eveneens bij de aanvang van de WES moet worden opgemaakt. Het stageplan bepaalt:
    • de doelstelling van de WES; en
    • de competenties die de stagiair moet aanleren en de manier waarop de stagiair die competenties zal aanleren. Als het niet mogelijk is om dit in het stageplan te bepalen, beschrijft het stageplan de acties om de beginsituatie van de niet-werkende werkzoekende in kaart te brengen.
  • Nieuwe regels rond de stopzetting van de WES
    Volgens de regels die golden vóór 1 januari 2023 werd de WES geschorst voor de duur van periodes van ziekte en moederschapsverlof, ongeval en overmacht.
    Sinds 1 januari 2023 voorziet de regelgeving niet langer in de schorsing van de WES. De lijst met gronden voor stopzetting van de WES is evenwel uitgebreid. Concreet kan de WES worden stopgezet in de volgende gevallen:
    • de stagiair of de werkgever komt zijn contractuele verplichtingen of wettelijke verplichtingen niet langer na en de VDAB of de partnerorganisatie stelt vast dat de verdere uitvoering van de WES onmogelijk is geworden;
    • de stagiair vindt werk;
    • de stagiair is gedurende een lange periode afwezig door ziekte, moederschapsverlof, een ongeval of vanwege overmacht;
    • de doelstelling van de stage is bereikt;
    • de VDAB of de partnerorganisatie stelt vast dat de doelstelling van de stage niet haalbaar is.

Het is de VDAB die beslist over de voortijdige beëindiging van de werkervaringsstage. Neem dus in deze gevallen contact op met de VDAB (of de partnerorganisatie).

  • Sanctie voor werkgevers die hun wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomen
    Er is een sanctie ingevoegd voor werkgevers (stageplekgevers) die hun wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomen. In zo’n geval kan de VDAB beslissen om aan de werkgever gedurende drie jaar geen opleidingen en stages (waaronder de WES) meer toe te kennen.

Wat is er niet veranderd?

Deze hervorming gaat enkel over de WES. De IBO, de BIS en de stageovereenkomst ondernemerschapstraject blijven naast de WES bestaan.

De hervorming heeft niet álle regels rond de WES gewijzigd. Krachtlijnen van wat niet is veranderd:

  • De maximumduur van de WES is nog steeds zes maanden.
  • Aan de bestaande regels rond de vergoeding en kostenvergoedingen is niet geraakt. Zo krijgt een stagiair die een WES volgt, maandelijks een vergoeding van 200 euro van de VDAB. De vergoeding wordt naar verhouding verminderd voor maanden waarin de stagiair geen volledige prestaties levert.
  • Vóór de uitvoering van de WES wordt tussen de VDAB of de partnerorganisatie, de stagiair en de werkgever een overeenkomst gesloten, volgens het model van de VDAB.
  • Tijdens de duur van de WES wordt de stagiair regelmatig opgevolgd door VDAB of de partnerorganisatie. De werkgever bij wie de werkzoekende de stage volgt, staat in voor de ondersteuning van de stagiair op de werkvloer.
  • Tijdens de WES is de stagiair verzekerd voor ongevallen die zich tijdens de stage of op de weg van en naar de stageplaats voordoen.

Werking in de tijd

De nieuwe regels zijn van toepassing op werkervaringsstages die ingaan vanaf 1 januari 2023.

Werkervaringsstages, activeringsstages en gespecialiseerde beroepsverkennende stages die zijn ingegaan vóór 1 januari 2023, blijven onderworpen aan de regelgeving die gold op 31 december 2022. Deze hervorming heeft dus geen impact op de stages die al vóór 2023 van start gingen.

Bron:
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2008 tot vaststelling van de regels voor de erkenning en financiering door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding van de gespecialiseerde trajectbepaling- en -begeleidingsdienst, de gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten en de gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdiensten, het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding en het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 25 april 2014 houdende de werk- en zorgtrajecten, wat betreft de activeringstrajecten en de arbeidsmatige activiteiten, Belgisch Staatsblad 8 december 2022

Deel dit artikel