Waarom je startplan ook een vakantieplan moet hebben

Zeker het eerste jaar vraagt een activiteit als zelfstandige maximale focus: alles is nieuw, je probeert bekendheid te verwerven, klanten te winnen, je hebt investeringen gedaan... Het kan moeilijk zijn om dat even los te laten. Begrijpelijk. In de opstartfase zijn er meestal (nog) geen werknemers die je zaak draaiende zullen houden terwijl jij met vakantie gaat. De meeste startende zelfstandigen associëren vakantie dan ook eerder met ‘tijdverlies’. En ze redeneren: als ik niet werk, verdien ik niets. Zo nemen zelfstandigen slechts gemiddeld 15 dagen vakantie in het eerste jaar van hun onderneming. Dat is minder dan het wettelijk minimum van 20 dagen dat voltijdse werknemers hebben. 

Toch is vakantie belangrijk. Het is belangrijk om tijdig de batterijen op te laden en – eveneens niet te onderschatten! – om de steun van de omgeving niet te verliezen. Dat kan alleen door er eens (een langere periode) tussenuit te gaan. Af en toe één of twee dagen vrij nemen heeft niet hetzelfde effect als een ietwat langere vakantie, waarbij je echt tot rust kan komen. De energie en het enthousiasme die er waren bij de opstart, moeten op tijd terug worden volgetankt. Bij jezelf, maar ook bij de mensen die je steunen.

Dus, het is ook voor startende zelfstandigen nodig om voldoende (mentale) rust in te bouwen. Op adrenaline draaien kan misschien werken bij de opstart, maar wie duurzaam wil ondernemen zal toch ook aandacht moeten hebben voor vakantie, zelfs als je denkt dat voor jezelf niet zo hard nodig te hebben. Vakantie verdient het om van bij de opstart een aandachtspunt te zijn.