Kermiskaart voor attracties

Een kermisattractie uitbaten kan enkel met een vergunning. Die kermiskaart wordt ook foorkaart genoemd. Meevaller: per attractie moet maar één iemand een vergunning hebben. Alle attracties die je als eigenaar uitbaat, moeten samen op je vergunning vermeld staan. Voor attracties van type A en B moet je een risicoanalyse laten doen voor je een aanvraag kunt indienen.

Als eigenaar heb je minstens één machtiging als werkgever nodig – zelfs al heb je geen personeel. Die kaart staat op jouw naam, en kan je dus niet doorgeven aan wie je attractie voor je bemant. Voor die kermiskaart werkgever betaal je als uitbater 150 euro.

Per attractie moet je een kermiskaart kunnen voorleggen. Heb je dus meer dan één attractie en houdt een medewerker die open? Dan heeft die een hulpkaart nodig, of een machtiging aangestelde. Zo’n hulpkaart kost 100 euro. Je moet de aanvraag doen vóór je met de uitbating van je attractie start.  

Voeg je een nieuwe attractie aan je attractiepark toe, of stoot je er een af? Geef jij je zaak door aan je zoon of dochter? Dan moet jij je vergunning als werkgever laten aanpassen. Die is immers op persoonlijke naam, en moet alle attracties die je uitbaat bevatten. Ook dit regelt Acerta voor je in 1-2-3. Voor de wijziging van de kermiskaart werkgever betaal je 50 euro, voor een hulpkaart voor je aangestelde is dat 100 euro.