Nieuw jaar, nieuwe wijzigingen die je als boekhouder en accountant moet kennen

De voorlopige sociale bijdragen van zelfstandigen worden berekend op hun inkomsten van drie jaar geleden. Voor de berekening van de bijdragen worden in 2021 de inkomsten van 2018 geïndexeerd. Het wettelijke indexeringspercentage bedraagt dit jaar 3,46668%.

Het bijdragepercentage wijzigt niet. Een zelfstandige betaalt nog steeds 20,50% sociale bijdragen op zijn of haar beroepsinkomen.

Sinds begin dit jaar is er heel wat gewijzigd aan het overbruggingsrecht. Het heropstart-overbruggingsrecht liep ten einde op 31 december 2020, en bestaat dus niet meer.
De regeling rond het crisis-overbruggingsrecht voor zelfstandigen die hun zaak verplicht moeten sluiten en zelfstandigen afhankelijk van verplicht gesloten sectoren werd daarentegen verlengd tot en met 31 januari 2021. Dit betekent dat ook het dubbele-crisis-overbruggingsrecht verlengd wordt tot eind januari.

Vanaf 1 februari 2021 kunnen zelfstandigen op steun blijven rekenen, maar wel onder andere voorwaarden. Zo werd een nieuw crisis-overbruggingsrecht in het leven geroepen, dat al zeker tot eind maart blijft bestaan. Het nieuwe systeem valt uiteen in vier pijlers:

1. Gedwongen onderbreking
2. Voorzetting van de activiteit met een omzetverlies van minstens 40%
3. Quarantaine zonder ziek te zijn
4. Kinderopvang omdat de kinderen tijdelijk niet naar school/kinderopvang kunnen

Ook het klassiek overbruggingsrecht verandert. Voor faillissementen, gedwongen onderbrekingen en stopzettingen tussen 1 april 2020 en 31 maart 2021 gelden de volgende versoepelingen:

• Starters moeten slechts twee kwartalen betaald hebben in plaats van vier;
• De cumul met een vervangingsinkomen wordt mogelijk tot het bedrag van het overbruggingsrecht;
• Naast het behoud van de rechten in de ziekteverzekering, blijft ook het pensioenrecht gevrijwaard voor maximaal vier kwartalen.

Voor feiten, die plaatsvonden tussen 1 april 2020 en 31 december 2020 wordt de aanvraagtermijn verlengd met twee kwartalen.

Verder werd een nieuwe steunmaatregel voor toeleveranciers van verplicht gesloten bedrijven goedgekeurd. De toeleveranciers moeten een omzetdaling (of daling van de loonmassa) van 65% kunnen aantonen, doordat hun klanten moesten sluiten.

Tot slot werden begin 2021 nog enkele andere wijzigingen doorgevoerd, die een impact kunnen hebben op de arbeidsorganisatie van je klanten. Zo werd het geboorteverlof voor vaders en meeouders uitgebreid, zijn er nieuwe voorwaarden voor SWT, is de loonindexering voor paritair comité 200 bekend en trad een nieuwe regeling rond het verenigingswerk in werking. Zo wordt onder andere het toepassingsgebied van het verenigingswerk beperkt tot de sportsector en geldt nu ook een minimumvergoeding van 3,57 euro per uur (niet-geïndexeerd). De overige voorwaarden lees je hier.